Tag Archives: verkiezingen

Stemmen op een willekeurige vrouw helpt niet

Van de 150 Tweede Kamerleden die in 2012 verkozen zijn, waren er 58 vrouw (en de rest man) volgens parlement.com.  Dat is 39% vrouw, significant minder dan de helft (p = 0.003).  De tijden dat het percentage vrouwen onder de 10% lag, zijn van voor mijn (en misschien ook wel jouw) geboorte, maar het aantal vrouwen legt het structureel af tegen het aantal mannen en dat is best wel niet zo tof. Vrouwen zijn namelijk in de meerderheid in Nederland en je wilt dat je volkvertegenwoordiging het volk vertegenwoordigt.

De politiek zelf vindt dit ook niet zo tof, maar komt met slappe oplossingen. Zo zet men massaal een vrouw op nummer 2 van de kandidatenlijst, achter een man. (Dieren, Piraten, Art1kel en Lijst 27 zijn de uitzonderingen.) En van alle partijen die nu in de Kamer zitten, hebben alleen de PvdA en de PvdD minimaal 5 vrouwen in de top 10 van de kandidatenlijst.

Als de politiek zelf niet met de oplossing komt, moet de kiezer het maar doen. Michaël Amir, een Amsterdamse informatiekundestudent,  heeft een oplossing bedacht om meer vrouwen in de Kamer te krijgen. In essentie komt deze oplossing er op neer dat je op een vrouw moet stemmen, maar dan niet de vrouw op nummer 2 van de Kandidatenlijst, want die komt toch wel in de Kamer. Als iedereen op een willekeurige vrouw stemt, zit de Kamer straks vol met vrouwen. Zelfs als  de mannelijke kiezers als tegenoffensief op mannen gaan stemmen: omdat er meer vrouwelijke kiezers én minder vrouwelijke kandidaten zijn, krijgen die kandidaten vaker een voorkeurszetel.

Een origineel idee, allemaal mooi in de computer gestopt en door-gerekend. Daarmee heeft Michaël de afgelopen tijd onder andere de Volkskrant gehaald (waar ik het gelezen heb), maar ook tal van andere media. Een en ander is verzameld op de flitsende site stemopeenvrouw.com.

Angela Merkel. Tevens een vrouw. Maar op haar stemmen is een slechte strategie bij TK2017. (Foto van Wikimedia, Martin Rulsch)
Angela Merkel. Tevens een vrouw. Maar op haar stemmen is een slechte strategie bij TK2017. (Foto van Wikimedia, Martin Rulsch)

Er is echter één groot probleem met deze methode: hij werkt alleen als hij massaal gebruikt wordt. Zoals al in het Volkskrantartikel staat:

Er is één logistieke hindernis bij de methode-Amir. Hoe al die stemmen te coördineren, zodat vrouwen op de lijst maximaal profiteren? Daar moet iemand maar eens een handige app voor bouwen, concludeert hij. Zolang die er niet is: stem niet op de hoogst genoteerde vrouw, maar op een willekeurige vrouwelijke partijgenoot.

De app is er niet. En als een paarduizend mensen op een willekeurige vrouwelijke partijgenoot stemmen, gebeurt er niks. Je hebt namelijk best veel stemmen nodig om een voorkeurszetel te krijgen (in 2012: 15708 stemmen). Ik ben wat gaan rekenen aan de vraag: hoeveel mensen moeten deze strategie hanteren, wil deze effect hebben? (Voor de SGP-stemmer: u had allang kunnen stoppen met lezen: de strategie werkt nooit bij een all-male kandidatenlijst.)

Strategieën

Hoeveel mensen via deze strategie moeten stemmen, hangt ook af van welke strategie de rest stemt. Voor het gemak, identificeer ik drie strategieën:

  1. De stem op de lijsttrekker (bij zo’n 145 van de 150 gepeilde zetels is dit een stem op een man).
  2. De stem op een willekeurige vrouw, zoals voorgesteld in methode-Amir.
  3. De stem op een willekeurige persoon op de lijst (man of vrouw). Dit doet de kiezer die bijvoorbeeld graag stemt op de kandidaat uit zijn/haar regio, of met zijn/haar achtergrond.

(De realiteit is natuurlijk wat ingewikkelder, maar dit komt al vrij dicht in de buurt.) De cijfers uit 2012 leren ons dat het extreem overgrote deel van de kiezers voor strategie 1 kiest. Zo koos 93% van de PVV-stemmers op Wilders en 85% van de VVD’ers Rutte (Mark; Arno staat op 1%). Ook Samson, Roemer en Pechtold kregen meer dan driekwart van de stemmen van hun partij. (Van alle grote partijen was alleen Buma (65%) niet zo populair.) Als de overgrote meerderheid op de nr.1-man stemt, is het lastig om extra vrouwen in de Kamer te krijgen. Het is dus nodig dat veel mensen strategie 2 toepassen, maar hoeveel is veel? Dat rekenen we even uit.

Het Rekenmodel

Laat z het aantal zetels dat een partij gaat halen zijn, en m en v het aantal mannen en vrouwen op de kieslijst. Als een proportie a strategie 1 volgt (stemmen op de (mannelijke) lijsttrekker), en een proportie b strategie 2 (stemmen op willekeurige vrouw), dan stemt dus 1 – ab via de derde strategie (en we gaan er van uit dat 0 < a + b < 1). De vrouwen op de lijst krijgen gemiddeld genoeg genoeg stemmen voor een restzetel als

CaptureDit is niet de meest overzichtelijke formule, maar er zijn vast twee dingen te zien:

  • Hoe groter proportie a, hoe groter proportie b moet zijn. Dit is ook logisch: als bijna niemand op de lijsttrekker stemt, stemmen er automatisch al meer mensen op vrouwen.
  • Hoe meer vrouwen op de lijst (relatief ten opzichte van het aantal mannen), hoe lastiger. Dit is ook logisch: er zijn meer vrouwen om de stemmen over te verdelen.

Concreter

Laten we het wat concreter maken. Ik heb voor een drietal partijen gekeken hoe proporties a en b samenhangen. Omdat de formule afhangt van het aantal zetels bij de verkiezingen, en ik geen glazen bol heb, heb ik gekeken naar de verkiezingen van 2012. Daarvan weten we de zetelverdeling. Ik heb gekeken naar de volgende drie partijen:

  • VVD: 51 mannelijke, 24 vrouwelijke kandidaten, 41 zetels
  • D66: 32 mannelijke, 18 vrouwelijke kandidaten, 12 zetels
  • GroenLinks: 24 mannelijke, 18 vrouwelijke kandidaten, 4 zetels.
Proportie a Minimale proportie b
VVD D66 GL
0% 0% 2% 63%
20% 7% 13% 78%
40% 17% 25%
60% 26% 36%

We zien dat het bij GroenLinks een vrij hopeloze zaak is: zelfs als niemand op de lijsttrekker (toen wel een vrouw) gestemd had, had bijna twee-derde van de GL-kiezers methode-Amir moeten gebruiken. Reden is dat GL voor hun 18 vrouwen maar zo’n 220 duizend stemmen te verdelen heeft. Dan gaat dat bij D66 makkelijker: ook daar staan 18 vrouwen op de lijst, maar met 757 duizend stemmen is er meer te verdelen. Bij de VVD was nog niet een-derde van de kandidaten vrouw en de partij kreeg ruim twee-en-een-half-miljoen stemmen. (Ik ga geen waarde-oordeel hierover posten, want dan gaat Pieter Duisenberg weer Kamervragen stellen over de politieke kleur van wetenschappers.) Als te veel mensen op de lijststrekker stemmen – vanaf 40% bij GroenLinks, en ca. 80% bij VVD en D66 – is het gewoon onmogelijk om via methode-Amir tot extra gekozen vrouwen te komen.

Maar: die 7% bij de VVD klinkt misschien wel mooi weinig (al is het weinig realistisch om te denken dat slechts 20% van de VVD-stemmers op Mark Rutte stemt), maar het is wel 7% van veel stemmen: in absolute getallen – bijna 180 duizend stemmen – gaat het om meer dan die 78% van de GroenLinks stemmen.

Samengevat

Die methode-Amir is leuk bedacht, maar zal in de praktijk niet werken. Alleen als werkelijk honderd duizenden mensen deze strategie volgen, zal hij werken. Zo veel mensen gaan niet meedoen. En daarmee is het dus een onrealistisch plan. Aan de andere kant: het plan kan ook geen kwaad, en bij gebrek aan een strategie die wel werkt, is er niks op tegen om het te proberen en op een wonder te hopen.

Stop de vertekende beelden van de verkiezingsuitslagen

Op 15 maart zijn de verkiezingen. Wat de uitslag wordt, weet ik nog niet, maar wat ik wel weet is dat op de 16e de kranten volstaan met plaatjes zoals deze (bron):

verkiezing1
Uitslagen 2010 en 2012. Gemaakt door Jesse de Voogd

De plaatjes zien er mooi uit, zeker als je twee verkiezingen op rij vergelijkt, en ze lijken makkelijk te interpreteren te zijn: in 2012 was de opkomst van de PVV voorbij en was de VVD aan het oprukken tot voorbij de IJssel. Spannend!

Er is echter een probleem met die plaatjes. Twee eigenlijk. En het zijn ook vrij evidente problemen – het vergt geen kennis van hogere wiskunde en statistiek om ze te zien. In de ijdele hoop dat de verkiezingsredacties van de kranten mijn blog lezen, ga ik ze hier beide benoemen. Wie weet zien de kranten de 16e er dan anders uit en hoef ik me niet te storen aan de verkiezingsuitslag én de visualisatie daarvan.

Probleem 1

Stemrecht wordt uitgedeeld per (stemgerechtigde) persoon, niet per vierkante meter Nederland. Stel, Nederland is onderstaande fruitschaal (bron) met (als ik goedgeteld heb) 17 vruchten: 16 druiven en 1 appel. Qua aantal hebben de druiven een overweldigende meerderheid (94%, goed voor 142 zetels in de Fruitkamer), maar qua aantal pixels in het plaatje zitten de druiven niet veel boven de 50%: een vertekend beeld. (Nu hebben vruchten geen stemrecht, maar ik schrijf dit tijdens lunchtijd en had zin in een etensgerelateerde metafoor. Voor de ongezondere lezer: denk aan een eierbal en zes bitterballen.)

Een appel, zestien druiven
Een appel, zestien druiven

Dit gaat bij de Nederlandse gemeenten ook op. In de dichtstbevolkte gemeente, Den Haag, wonen 6231 mensen op elke vierkante kilometer. In Schiermonnikoog, de dunstbevolkte gemeente, is dit nog geen 23: een Haagse pixel is dus zo’n 275 keer zo ‘belangrijk’ maar precies even groot als een op Schiermonnikoog. Dat is stom.

Een beter beeld krijg je door de kaart van Nederland zodanig te vertekenen dat overal elke pixel voor evenveel kiezers staat. Hieronder staan twee kaartjes van de afgelopen Amerikaanse presidentsverkiezingen (bron). (Geen idee waarom Alaska en Hawaï kwijt zijn). Het eerste kaartje is een ‘gewone’ kaart van de VS. Er zijn veel meer rode dan blauwe pixels: Trump wins bigly! Het tweede kaartje ziet mal uit, maar geeft wel een accurater beeld: Trump kreeg ongeveer drie-vijfde van alle kiesmannen.

verkiezing3averkiezing3b

Het vertekenen van de kaart van Nederland – zoals in mijn schetsje hieronder (schetsjes maken is niet een van mijn unique selling points) – zou dit probleem oplossen. Dat is mooi, maar dan zijn we er nog niet. Er waren namelijk twee problemen, en dit was pas probleem 1.

Soort van kaart van Nederland waarbij elk vierkantje ongeveer 400 duizend mensen representeert
Soort van kaart van Nederland waarbij elk vierkantje ongeveer 400 duizend mensen representeert

Probleem 2

Waren we in de Verenigde Staten, dan hadden we dit probleem niet gehad. Daar hebben ze een winner-takes-all systeem: de blauwe staten gaven al hun kiesmannen aan Clinton, de rode staten aan Trump. In Nederland verdelen we de zetels gewoon over de partijen (waarbij de grote partijen de restzetels krijgen: in de hierbovengenoemde Fruitkamer gaan alle 14 restzetels naar de Druiven). Het kaartje met de uitslag 2012 lijkt te beweren dat de VVD een supermeerderheid heeft: waar Noord-Nederland nog PvdA stemt, en enkel losse gemeentes op ‘Anders, namelijk…’ gestemd hebben, is de kaart verder zo goed als blauw. Dat is natuurlijk een enorm vertekend beeld: uiteindelijk had de VVD 41 zetels, de PvdA 38 en de rest 71. Dat zie je niet op de kaart he? Ook nuanceverschillen kan je op deze kaart niet zien. Zo was hier in Groningen de PvdA de duidelijke winnaar (36,5% van de stemmen, de nummer twee (VVD), bleef op 16,5% steken). Een paar kilometer naar het zuiden, Haren, won de PvdA ook, maar was het verschil met de VVD maar 0,4 procentpunt (27,8% vs 27,4%). De ene rode gemeente is de andere dus niet. Haren werd dus een rode gemeente met 27,4% VVD-steun. Een gemeente als Capelle aan de IJssel had relatief minder VVD-stemmers dan Haren (26,5%) maar werd toch blauw gekleurd omdat de VVD daar wel de grootste was.

Maar hoe dan wel?

Samengevat: je hebt eigenlijk geen ruk aan dit soort kaartjes, behalve een extreem oppervlakkige eerste indruk. En daar heb je niet van dit soort kaartjes bij nodig. “PvdA blijft grootste in Noord-Nederland, VVD grootste in meeste andere gemeenten” geeft net zo veel informatie en kost veel minder papier.

Hoe moet het dan wel? Simpel: geef detailinformatie in de vorm van tabellen. Kranten zijn tegenwoordig online en dus niet meer gebonden aan een maximum hoeveelheid informatie. Geef per (grote) partij aan hoeveel steun er is voor die partij. Uit de pdf waar ook de eerste plaatjes in stonden is voor elke partij ook een plaatje zoals deze te halen:

Steun aan 50Plus in 2012. Kaart gemaakt door Jesse de Voogd
Steun aan 50Plus in 2012. Kaart gemaakt door Jesse de Voogd

Dit plaatje is wel informatief: het laat zien dat klaagbejaarden met name in Noord-Holland, Noord-Brabant en Limburg wonen. De andere plaatjes laten bv. zien dat D66 voornamelijk in Utrecht en Gelderland goed scoort, en dat men in de Bible Belt op de SGP stemt (joh!). Het voordeel van een online krant, is dat een en ander ook interactief kan. Websites als verkiezingskaart.nl laten zien hoe dat moet.

In de online-editie heeft de redactie dus echt geen enkel excuus om nog langer de ‘wie is de grootste’ plots te laten zien: er is plek zat voor een kaart per partij. Maar in de papieren editie heeft de redactie dit excuus ook niet: waarom moeite steken in een kaart waar je niks aan hebt? De lezer verdient beter.

(PS: Ik ben natuurlijk niet de eerste die dit bedenkt, als je wat rondgooglet vindt je meer blogs, artikelen en betogen die hetzelfde zeggen. Maar het kan nooit kwaad om vlak voor de verkiezingen een goede boodschap te herhalen.)